Pagina's

woensdag 2 mei 2012

Catechese in de school bij Maria (8)

Commentaar  op  'De Ware Godsvrucht' van Montfort (134 - 182)

Montfort prikt zijn lezer

“Nu moeten wij zo beknopt mogelijk de motieven nagaan die deze devotie tot aanbeveling strekken”, zo begint Montfort dit hoofdstuk. Hij is klaar met zijn theoretische uiteenzetting en besteedt nu veel energie om zijn lezer te overhalen om de stap te zetten en zich zonder terughoudendheid als het ware in de armen van Maria te werpen. Zijn stijl verandert. Met prikken van diverse aard wil hij de lezer ertoe brengen om te kiezen voor het ‘grote project van God’ en al de rest als bijkomstig te zien. Het Rijk Gods is zijn enige doel.

De voortreffelijkheid van deze toewijding

Eerst doet hij een beroep op het verstand. Op aarde is geen verhevener taak denkbaar dan de dienst aan God en bijgevolg geen betere dienaar dan hij die zich totaal, onvoorwaardelijk en naar best vermogen, aan zijn dienst wijdt. Montfort daagt uit om alle andere ‘waarden’ van een mensenleven opzij te zetten om des te beter het grote plan van God mee uit te voeren. “Zo iemand is meer waard dan alle pracht en praal die men kan indenken” (135). En hij voegt eraan toe dat die trouwe dienaar er geen spijt van zal hebben: met de vrijgevige zal God vrijgevig zijn.

De evangelies en de handelwijze van God

Montfort pleegt hier geen exegese maar leest tussen de regels van de evangelies door, staat stil bij de menswording en drukt zijn verwondering uit. Hoe nederig is God wel niet! Als je erop ingaat, krijg je een onverwacht beeld,  eerst van God, ook van Maria en, zo zal hij later zeggen, ook van de mens. Nu gaat zijn aandacht uit naar Maria: wie moet zij in de ogen van God wel geweest zijn? “Bij dit geheim, ik herhaal het, staat het menselijk verstand stil, wanneer het ernstig de handelwijze van de mens geworden God overweegt. Hij heeft zich niet rechtstreeks aan de mensen willen schenken, al had Hij dit kunnen doen, maar wel afhankelijk van Maria. Niet als volwassene, op niemands hulp aangewezen, is Hij in de wereld willen komen, maar als een klein kind dat van zijn moeder onderhoud en verzorging moest krijgen”.
Om de band aan te geven tussen Maria en ieder van ons, bundelt Montfort wat hij eerder meer uitgebreid zei over Maria in het handelen van God (cf. 14-39): “Door haar alleen heeft God de Vader ons zijn Zoon geschonken en blijft Hij Hem schenken; door haar alleen vormt Hij zich kinderen en door haar alleen deelt Hij zijn genaden uit. Door haar alleen werd God de Zoon voor heel de wereld gevormd en nog dagelijks wordt Hij door haar alleen gevormd en voortgebracht in vereniging met de Heilige Geest; en door haar alleen deelt Hij zijn verdiensten en levenskracht mee. De Heilige Geest heeft Jezus Christus slechts door haar gevormd; door haar alleen vormt Hij de ledematen van diens mystiek lichaam; slechts door haar deelt Hij zijn gaven en gunsten uit” (140). En hij besluit dat het onverstandig zou zijn om Maria niet in te schakelen in Gods handelen, ook vandaag. God heeft haar bemiddeling willen gebruiken en daar dienen wij rekening mee te houden.

Maria neemt haar taak ter harte en hoe!

Zij geeft zich geheel aan wie alles schenkt en laat zich nooit in liefde en vrijgevigheid overtreffen… Haar liefde doet hem gloeien en deelhebben aan haar deugden: haar nederigheid, geloof, zuiverheid… Een toegewijd iemand is helemaal van Maria en dan is Maria ook helemaal van hem” (144).

Gods glorie maximaal bevorderen

De schrijver houdt er een vrij eenvoudige redenering op na, met op de achtergrond de waarschuwing: “Gods gedachten zijn niet die van de mensen. Hoe kan jij weten wat het beste is in Gods plan?”, zo redeneert hij.  “Bijna niemand handelt met dit edel doel voor ogen omdat hij Gods bedoelingen niet altijd kent. Maar de allerheiligste Maagd, aan wie men de waarde en de verdienste van zijn goede werken afstaat, weet heel goed waarin Gods grootste glorie bestaat en heel haar streven is daarop gericht” (151). Schrik er dus niet voor terug  je hele inzet aan haar toe te vertrouwen.

Een uitgelezen weg: hij leidt tot vereniging met Christus

“Deze devotie is een gemakkelijke, korte, volmaakte en zekere weg om tot vereniging met de Heer te komen; juist daarin bestaat de volmaaktheid van een christen”, zo vat hij aan (152).

1°. “Het is een gemakkelijke weg. Jezus Christus heeft hem gebaand toen Hij tot ons kwam: op die weg bevindt zich geen enkele hindernis die ons zou beletten bij Hem te komen” (152). Ofschoon men ook langs andere wegen tot eenheid met God kan geraken, hebben enkele grote heiligen ervan getuigd dat de weg met Maria gemakkelijk is.

2°. Deze devotie is een korte weg om Jezus Christus te vinden. Omwille van je eigen beperktheid, of gebrek aan inspiratie of moed kom je als christen soms voor moeilijke keuzes te staan, “maar dankzij de steun, hulp en leiding van Maria zal je zonder vallen, terugdeinzen of zelfs maar vaart minderen, met reuzenschreden voortgaan naar Jezus Christus” (155). Montfort beroept zich op zijn eigen ervaring: “Daarom durf ik beweren dat binnen de schoot van Maria jonge mensen de rijpheid van ouderen ontvangen in verlichting en heiligheid, ervaring en wijsheid. In weinig jaren bereiken zij de volle rijkdom van de volwassen Jezus Christus” (156). Eens te meer herhaalt onze schrijver het ideaal van de christen: de volwassenheid van Jezus bereiken!

3°. Deze devotie is een volmaakte weg. Montfort heeft er al op gewezen dat het mysterie van de menswording het verstand gewoonweg overstijgt. Om hetzelfde te zeggen gebruikt hij nu een concreet beeld: ofschoon Hij het kon, heeft Jezus geen andere weg gekozen voor zijn ‘grote en verwonderlijke tocht’ naar de mensen. “De Onvatbare heeft zich door de kleine Maria volkomen laten bevatten en omsluiten, zonder iets van zijn onmetelijkheid prijs te geven”. Zijn leven in de schoot van Maria was een beslissende etappe op die tocht. In diezelfde schoot vindt ook een ander aspect van het incarnatiemysterie plaats: de omvorming van de mens in God: “’Hij die Is’ wilde komen tot hetgeen niet is, teneinde hetgeen niet is, God te laten worden ofwel ‘Hij die Is’” (157). In die zin gaat ook de uitspraak van Jezus tot de verbaasde Nicodemus: je moet opnieuw geboren worden… En bij elke geboorte hoort een moeder.

4°. Deze devotie tot de allerheiligste Maagd is ook een zekere weg. Montfort grijpt diep terug in de kerkgeschiedenis en haalt tal van getuigenissen aan van theologen en andere autoriteiten die dankzij Maria tot heiligheid zijn gekomen. En hij besluit: “ Wie dus voortgang wil maken op de weg naar volmaaktheid en Jezus Christus zeker en volkomen wil vinden zonder vrees voor misvatting, moet van ganser harte deze devotie tot de allerheiligste Maagd beoefenen, een weg die hij misschien nog niet kende…” (168).

De vrijheid van de kinderen Gods

“Wie deze devotie trouw beoefent, ontvangt een grote innerlijke vrijheid, de vrijheid namelijk van de kinderen Gods”. Het lijkt tegenstrijdig: je onderwerpen en toch vrij worden, maar het is een onderwerping aan Maria. Zij bevrijdt je van angst en kleingeestigheid, verruimt je hart dat plaats maakt voor velen en wekt een kinderlijk vertrouwen op in de Vader die enkel het goede voorheeft. Om zijn bewering te staven vertelt Montfort een stichtend verhaaltje (169-170).

De naastenliefde loopt geen gevaar, integendeel

Vaak heeft de missionaris moeten antwoorden op vragen van mensen die terugschrokken voor de gevolgen van een volledige zelfgave want, zo redeneerden zij, als ik niet goed voor mijn eigen zielenheil en dat van mijn dierbaren zorg, dan breng ik mijzelf en hen schade toe en dat komt mij later duur te staan. Montfort heeft voortdurend dit bekrompen idee van de liefde moeten bevechten. Het kan toch niet dat God, die liefde is, jou en je dierbaren gaat benadelen omdat jij je helemaal voor zijn Rijk hebt ingezet!

Een uitstekend middel om trouw te blijven

Een laatste bedenking van de missionaris: wij dragen onze beste bedoelingen vaak in een broos vat. Er hoeft niet veel te gebeuren of er ontstaan barsten, of nog erger, het valt in duigen. Maria is de ‘getrouwe’ Maagd, zij is staande gebleven ook in de ergste situaties. Je toevlucht nemen tot haar geeft vastheid. “Voor hen die zich aan haar hechten, verkrijgt zij trouw aan God en volharding. Daarom vergelijkt een heilige haar met een hecht anker dat hen vasthoudt en voor schipbreuk behoedt op de woelige zee van deze wereld… Haar liefde is niet louter een gevoelszaak, maar werkzaam, doeltreffend” (175). De van God vervulde Maria laat zich nooit in liefde en vrijgevigheid overtreffen!

Frans Fabry

Geen opmerkingen:

Een reactie posten